De NS wil de concurrentie met de luchtvaart vergroten door kortere reistijden te realiseren tussen Amsterdam, Brussel en Berlijn.
De reistijd tussen Amsterdam en de hoofdsteden van Duitsland en België moet een half uur korter.
Momenteel doet de hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en Brussel er 2 uur en 52 minuten over.
Treinreizigers zijn vanaf 2024 vanuit Amsterdam sneller in Berlijn en in Brussel. De NS werkt momenteel aan een plan daarvoor. De treinreis naar de hoofdsteden van Duitsland en België wordt een half uur korter dan nu.
De NS maakte maandag al bekend dat er een rechtstreekse treinverbinding met Londen komt en dat overstappen in Brussel niet meer nodig is. Met al deze aanpassingen hoopt het vervoersbedrijf een grotere concurrent te worden voor de luchtvaart.
De tijdwinst naar Berlijn wordt mogelijk door een combinatie van een betere dienstregeling in Nederland en Duitsland, het vervallen van de locomotiefwissel bij de grens en het overslaan van enkele Duitse stations.
HSL op traject Amsterdam-Brussel vaker op topsnelheid
De reis van Brussel naar Amsterdam duurt nu nog 2 uur en 52 minuten. Hier wordt tijdwinst behaald doordat nieuwe treinen een deel van het traject op een topsnelheid van 200 kilometer per uur kunnen rijden. Door vernieuwing van de sporen rondom Amsterdam Centraal, verhuist de Intercity Brussel bovendien naar station Amsterdam Zuid, met een snellere aansluiting op de hogesnelheidslijn.
"Een goede spoorverbinding tussen de Europese hoofdsteden is cruciaal. België en Duitsland zijn naast buurlanden onze belangrijkste handelspartners. Het aantal treinreizigers naar Brussel groeide in 2019 met 14 procent en naar Berlijn zelfs met 20 procent", zegt Marjan Rintel, president-directeur van de NS.
"Zonder de impact van corona zouden we de komende jaren onherroepelijk tegen de grenzen van die groei aan zijn gelopen. De huidige crisis is voor NS dus ook geen reden om het even rustig aan te doen. We moeten deze periode benutten om reizigersstromen duurzaam te verleggen van vervuilend weg- en vliegverkeer naar de trein. Dat doen we ook met de start van de rechtstreekse verbinding naar Londen dit najaar en de nachttrein naar München, Innsbruck en Wenen in december."
Rintel wil ook op grotere afstanden de concurrentie aan met het luchtvaartverkeer en het verkeer op de weg. "Waarom is een ticket voor Praag of Barcelona niet net zo makkelijk als Brussel of Berlijn? Daarover wil ik in Europa met andere vervoerders in gesprek. Net als in de luchtvaart zou ik mijn treintickets bovendien graag een jaar van tevoren kunnen boeken", zegt ze.